Henk is de oudste bewoner van de Dijkstraat en zoals hij zelf zegt, is hij niet de oudste man van de straat, maar hij woont al het langst op de Dijkstraat. In het kleine huisje, welke als enige is blijven staan. Iedere middag als we de Hoodlab aan het opbouwen zijn komt Henk langsgereden op zijn scootmobiel. Je merkt dat hij er van geniet om de verhalen van de Nieuwmarkt te vertellen. En hij heeft er meer dan genoeg.
Zo begint Henk met het verhaal dat hij rond zijn 15e/16e, ja ze begonnen al vroeg, stond te schuimen op de Zeedijk. Schuimen is een typisch Amsterdams woord voor bier drinken in het cafe. Als Henk genoeg drankjes op had belandde hij regelmatig in de goot. En drie keer raden wie hem daar uit trok... Majoor Bosshardt en de mensen van het Leger des Heils. Die brachten je dan naar het Goodwill centrum en daar probeerde ze je, zoals Henk zelf zegt : “Te bekeren”. Nou mooi niet!
De volgende middag komt Henk weer langs op de scootmobiel. “Floor, ik heb een oude foto van de Dijkstraat, toen het nog niet volgebouwd was en toen de Flesseman er nog helemaal niet was. Zal ik die straks komen brengen” vraagt Henk. Zo gezegd zo gedaan, Henk kwam met een prachtige oude gelamineerde foto van de Dijkstraat, met ouderwetse auto’s. Er was inderdaad nog veel meer ruimte. “En hier heeft mijn broer een tuintje gemaakt, voor de kinderen uit de buurt. Hij was sociaal en maatschappelijk” verteld Henk. Helaas is het tuintje er nu niet meer.
Op een gegeven moment raakt Henk aan de praat met buurtbewoonster Mieke. Ze kennen elkaar nog niet, maar in het wonen op de Nieuwmarkt delen zij veel herinneringen. Ze kletsen over van alles en nog wat, de zin én onzin van het leven. Het is een heerlijk gesprek en ik weet zeker dat deze buren de volgende keer dat ze elkaar tegenkomen weer een praatje maken.
Nathalie ontvangt ons bij haar thuis, een plek die haar dierbaar is. In haar jeugd reisde ze in een woonwagen door het land van kermis naar kermis. Dan waren er 27 ‘huishoudens’ aan één waterleiding gekoppeld en kabbelde er een miezerig straaltje uit de kraan. Geen winter ging voorbij zonder onder de woonwagen te moeten kruipen om de leiding te ontdooien.